Cairns - Darwin
Door: Iris&Vincent
Blijf op de hoogte en volg Zeilboot
11 Augustus 2007 | Australië, Darwin
Bei der Fitzroy Insel hatten wir ein besonderes Erlebnis mit Mantas. Obwohl die Insel nah bei Cairns gelegen ist bemerken wir nichts von dem Stadtrummel. Auf der Insel koennen River und Roxy Zitronen, Papayas und Sternaepfel fuer einen Fruchtsalat pfluecken und wir sind entzueckt von der Schoenheit des Korals. Die Sonne scheint wieder ausgiebig und darum bleiben wir eigentlich etwas laenger als geplant. Das Great Barrier ist 2000 km lang. Es beginnt noerdlich von Bundaberg und reicht bis in die Torre Strait rein. Weil wir gerade mal etwas ueber die Haelfte des Abstands abgelegt haben, werden wir doch etwas unruhig und segeln weiter zur Lizard Insel. Ihren Namen verdankt die Insel dem grossen Leguan , der noch immer in reichlicher Anzahl hier lebt. Auf der Insel besuchen wir ein Ozean Forschungszentrum. Waehrend der Fuehrung werden wir uns um so mehr bewusst, das das Korallenriff, wie der Regenwald ein sehr empflindliches Ekoysteem ist, das geschuetzt werden muss. Bei unserem naechsten Tauchabenteuer schauen wir das Riff wieder mit ganz anderen Augen an. Wir sind sehr beeindruckt von den riesigen Venusmuscheln die wie Kinderwiegen aussehen. Ganz vorsichtig beruehren wir ein besonders grosses Modell und sehen zu wie sie sich, im Gegensatz zu den Piratengeschichten, ganz langsam schliesst. Es war auch Lizard Island von wo aus James Cook in 1770 einen Berg bestieg um vom Gipfel aus eine geeignete Passage im Riff fuer sein Schiff „Endeavour“ zu suchen, um nach PapuaNewGuinea zu fahren. Alles in der Umgebung erinnert uns daran, das er der erste war der diesen Teil von Queensland in die Karte gebracht und hiermit Terra Australies fuer Brittania gewonnen hat. So gibt es auf dem Festland den Endeavour River, das Endeavour Reef (hier ist er mit seinem Schiff aufgelaufen), Cooktown (hier reparierte er sein Schiff), CookMountain und einen Durchgang im Great Barrier CookPassage. Vanuit Lizard Eiland segeln wir bis zum Aussenriff, aber der starke Passatwind macht es unmoeglich zu ankern oder gar zu tauchen. Wir fahren ein Stueckchen durch die HalfMile Passage, kehren um und segeln zu den FlindersInseln weiter Noerdlich. Ab den Flinders Inseln treffen wir kaum noch Boote. Ab und zu treffen wir ein paar Garnelenfischer die gerne unseren gevangenen Fisch gegen frischen Krebs oder Riesengarnelen tauschen. Das ist wiederum eine willkommene Abwechslung fuer uns, da wir jeden Tag die Wahl zwischen Makrele oder Thunfisch oder Thunfisch oder Makrele haben. Zweimal fangen wir auch einen Hai der aber wegen Meuterei der weiblichen Crew zurueckgeschmissen wird. Als Vorspeise nehmen wir ein paar Austern, die wir mit dem Schraubenzieher von den Klippen abkratzen. Es volgen endlos schoene Segeltage mit immer constantem Suedoestlichen Passatwind und Abends liegen wir geschuetzt hinter einer kleinen Insel oder einem Riff um unseren gefangen Fisch zu grillen und ruhig zu schlafen. So laufen die Meilen unter uns durch und umrunden wir am 17ten Juli via die schmale Albany Passage den NordOestlichsten Punkt von Australien „Kap York“. Wir ueberqueren den Golf von Carpentaria. Die Erinnerungen an die hollaendischen, raeuberischen VOC Zeiten, auch ist es nur mit Namen, ist al um gegenwaertig. Wir gruessen den Duyfkenspoint, haben Arnhemland an unserer Backbordseite und fahren in den Van Diemengolf ein. Nur die Rauchwolken von grossen Feuern geben das Lebenszeichen verschiedener AborigineStaemme in dieser backcountry-hardcountry. Die Landschaft ist rauh und wild. Auf den abgelegenen Straenden sehen wir nichts als nur die Spuren von Krokodilen und Walibi’s im Sand und einmal sogar von einer Herde Wildpferde. Ansonsten ist es uns unmoeglich weiter ins Landesinnere zu ziehen, der dicht bewachsene Busch hindert uns daran. Wenn sich die Gelegenheit ergibt, fahren wir mit dem Beiboot in die Delta’s rein. So koennen wir schliesslich tief in den Mangroven Wald reinkommen und die gefaehrlichen Salzwasserkrokodile von nahem beobachten. So stossen wir einmal auf einen 5 Meter langen Burschen der sich gerade am Ufer aufwaermt. Fuer ein gutes Foto wagen wir uns stehts naeher mit dem Beiboot ran. Das Krokodil liegt immerhin schon eine Weile wie tot dort. Als es ihm aber anscheinend zu bunt wird, springt er mit einem maechtigen Satz ins Wasser. Das Beiboot war noch nie so klein. Wahrscheinlich hatte er genauso viel Angst vor uns, wie wir vor Ihm und ist er in die andere Richtung geschwommen, aber spannend war es schon. Nach fuenf Wochen in diesem ruralen Gebiet kommen wir am 1 August in Darwin an um uns auf Indonnesien vorzubereiten. Die Visums sind inzwischen geregeld. Wir werden Australien vorraussichtlich am Dienstag den 14ten August nach drei monatigem Aufenthalt verlassen und unsere Segel fuer Kupang – West Timor setzten.
Fitzroy Island 30juni 07 – Darwin 1Augustus07
Op Fitzroy Island hebben we de bijzondere belevenis met de manta’s. Terwijl het eiland dicht bij Cairns gelegen is merken we verder niets van de drukte van de stad. Op het eiland kunnen River en Roxy citroenen, papaya’s en sterappels voor een fruitsalade plukken en wij zijn overweldigd van de schoonheid van het koraal. De zon schijnt sinds weken weer uitbundig en zo blijven wij eigenlijk een beetje langer hangen dan gepland. Het Great Barrier is in totaal 2000 km lang. Het begint ten noorden van Bundaberg en reikt tot in de Torres Strait. Aangezien we net iets over de helft van de afstand achter ons hebben, worden we toch onrustig en zeilen we verder naar Lizard Eiland. De naam heeft het eiland aan de grote leguaan, die er nog steeds in grote getallen rondloopt, te danken. Op het eiland bezoeken we een Oceanic Research Station. Eens te meer worden we ons bewust dat het koraal, verglijkbaar met het regenwoud, een erg kwetsbaar eco-systeem heeft, wat we moeten koesteren. Bij ons volgend snorkelavontuur zien we de onderwaterwereld met weer hele andere ogen. Wij zijn erg onder de indruk van de gigantische Venusschelpen rond het eiland, die het formaat van kinderwiegjes hebben. Heel behoedzaam raken we er een aan en kijken toe hoe ze zich, in tegenstelling tot alle piratenverhalen, langzaam sluit. Het was ook Lizard Eiland vanuit waar James Cook in 1770 een berg beklom om er vanaf de top een geschikte passage voor zijn Endeavour door het rif te vinden om naar PapuaNewGuinea te kunnen vertrekken. Alles in de omgeving herinnert er nog aan dat hij de eerste was die dit deel van Queensland in kaart heeft gebracht en hiermee Terra Australis voor Brittania heeft gewonnen. Zo is er Endeavour River, Endeavour Reef (hij voer hier zijn schip op de klippen, Cooktown (hier repareerde hij zijn schip) CookMountain en een doorgang in het Barrier Reef genaamd CookPassage. Vanuit Lizard Island zeilen we naar het buitenrif, maar de stevige passaatwind maakt het ons onmogelijk om te ankeren en een duik te nemen. We zeilen een stukje door de HalfMile Passage, keren de boot en zeilen noord richting de FlindersEilanden. Vanaf Flinders komen we nauwelijks nog boten tegen. Af en toe ontmoeten we garnalenvissers die graag ons gevangen vis tegen hun verse krab en tijgergarnalen ruilen, wat wederom voor ons een heerlijke afwisseling is want, we hebben alleen de keuze tussen Spanish Macrel of Blue Vin Tuna of Spanish Macrel of Black Vin Tuna, en tot twee keer toe een haai. Die wordt onder protest van de vrouwelijke crew terug in zee gegooid. Als voorgerecht nemen we maar een paar oesters die we, gewapend met schroevendraaier, handmatig van de dichtbij gelegen rotsen afhalen. Er volgen eindeloos mooie zeildagen met constante Zuid Oostelijke passaatwinden en ’s avonds liggen we beschut achter een eilandje of een riff, om heerlijk rustig te slapen. Zo lopen de mijlen ongemerkt onder ons door en ronden we op 17 juli 07 via de smalle Albany Passage het meest noordoostelijke puntje van Australië ”Cape York’’. We steken de Golf van Capentaria over. De herinnering aan de gouden rooftochten van VOC zijn, al is het alleen met naam , al om aanwezig. Zwaaiend naar Duyfkenspoint, houden we Arnhemland aan bakboord en varen we zo de Van Diemen Gulf in . Alleen de rookwolken van vuren laten de aanwezigheid van verschillende Aborigines Stammen blijken en geven een teken van leven in deze backcountry-hardcountry. Het landschap is ruig en wild. Op de afgelegen stranden zien we alleen de sporen van krokodillen in het zand en zelf een keer afdrukken van een kudde wilde paarden. Verder is het ons onmogelijk om landinwaarts vrij de natuur in te trekken, de dichte bush houd ons eenvoudigweg tegen. Als de gelegenheid zich voordoet varen we met de bijboot de billabongs in. Zo kunnen we wel diep de mangrovebossen binnen dringen en de aanwezige zoutwaterkrokodillen van dichtbij bestuderen. Eenmaal zagen we een grote jongen van wel 5 meter op de kant liggen, om in de zon weer op temperatuur te komen. Voor een goede foto gingen we met de bijboot steeds dichterbij, tenslotte lag hij er als opgezet bij en konden we ons echt niet voorstellen dat zo’n massief lichaam snel kan bewegen, als hij plotseling met een enorme sprong het water inglijdt. De dingy was nog nooit zo klein. Waarschijnlijk was hij net zo bang voor ons, als wij voor hem en is hij de andere kant uitgezwommen, maar spannend was het wel.
Na ruim een maand in dit rurale gebied zijn we op 1 augustus in Darwin aangekomen. De visa’s voor Indonesië zijn inmiddels al geregeld en het uitklaren bij de Douane staat ingepland. Dinsdag 14 Augustus zeggen we Australië gedag en zetten de zeilen voor Kupang – West Timor.
-
11 Augustus 2007 - 08:03
Eric En Ria:
Hallo Vincent, Iris, Roxy en River.
Hier weer eens een berichtje uit Soest. Ook wij genieten nog elke keer van jullie verhalen en zijn natuurlijk vreselijk jaloers als we over jullie avonturen lezen.
"Another shitty story from Paradise". We leven van verhaal tot verhaal met jullie mee. Wat een belevenis die reis van jullie, echt waanzinnig gewoon. Ik vraag me af of jullie het straks nog wel redden als "landrotten", in een koud en grijs Nederland, waar je weer elke dag in de file staat om naar je werk te komen.
Ik zou dus zeggen: geniet er nog maar van en probeer het zo lang mogelijk te rekken.
Groetjes,
Eric en Ria. -
11 Augustus 2007 - 09:02
Frank Bergeren:
Van de week was Ruud van Leeuwen bij mij op bezoek. We hebben het ook nog over jullie gehad. Het is eigenkijk heel leuk dat Ruud een goede vriend is van Vincent en dat ik en Arthur vrienden zijn. Ofwel de wereld is weer klein. Geniet van alles moois wat jullie zien en meemaken. Veel plezier verder.
Frank
-
13 Augustus 2007 - 12:15
Dominic:
ockenrode
Hoi river hoe gaat het nu stuur me maarb een mailtje als je dit hebt gelezen
mijn mail is dominicjahangier@xs4all.nl
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley